Haringvliet (Middelharnis) en ’t Zijpe (Anna Jacobapolder)

Vandaag 1 februari hebben we weer een monitoringsduik in het Haringvliet gepland. De 16e duik alweer in dit water. Dit is de eerste duik voor ons sinds er op 16 januari voorzichtig is begonnen met kieren. Hier bij Middelharnis zal daar nog wel helemaal niet van te merken zijn. Sowieso is het midden in de winter vermoedelijk wel heel rustig onder water. Her en der ligt nog wat sneeuw, zien we als we richting de instapplaats lopen. Ter hoogte van de RWS-boei gaan we te water. Ditmaal is het duikplan om langs de kant te blijven en richting de kop van de dam te duiken. Het zicht is vandaag (voor op deze plek) erg goed. Ondiep (tot circa 2,5 meter) bedraagt het zicht zo’n anderhalve meter. Helaas is er niet heel veel te beleven. Er is geen plantje of iets anders groens te bekennen. De rotsen en het zand ertussen zijn stijf begroeid met quaggamosselen. Ik tel oneindig veel exemplaren van deze tweekleppigen. Als je ze goed observeert, zie je dat ze heel hard aan het werk zijn. Met grote regelmaat schieten de uitwerpselen afkomstig van deze mosselen het Haringvliet in. Als we dieper gaan dan 3 meter wordt het zicht snel slechter en neemt het af naar 0,5 meter. Aangezien er nog steeds alleen maar quagga’s te vinden zijn zakken we uiteindelijk naar een diepte van 10,5 meter. Tussen de 8 en 10 meter vind ik driemaal een zwartbekgrondel en zie ik 10 à 12 brakwatergarnalen. Ze bevinden zich in de diepe spleten tussen de rotsblokken. De garnalen zijn tussen de 3 en 4 centimeter groot. Op deze diepte is het zicht 20 tot 30 cm en omdat ze ook nog diep weggekropen zitten lukt het me helaas niet om er eentje op de foto vast te leggen. Na wat pogingen geef ik het op en stijgen we na ruim 30 minuten weer op en gaan we in rap tempo ondiep naar de instapplaats. De volgende monitoringsronde in het voorjaar zal vermoedelijk wel weer een stuk levendiger zijn.

Na dit wat saaie duikje in het Haringvliet is er nog wat tijd over en ik maak nog een tweede duik bij Anna Jacoba. Omdat het inmiddels is gaan regenen wil ik razendsnel mijn pak aan doen. Doordat ik mijn pak verkeerd omdraai, klotst er een flinke slok water via de nog open frontrits naar binnen. Het lijkt in eerste instantie mee te vallen, maar als ik mijn rechtervoet in mijn laars steek is mijn sok direct nat. Niets meer aan te doen en ik doe gauw de rest van mijn spullen aan en om en ik loop richting de steiger. Het is net hoogwater geweest, dus het is een zeer eenvoudige instap. Het zicht is drie meter en de watertemperatuur is weer 4 graden. Ik speur de diverse steigerpalen af naar donderpadden en/of snotolven. Helaas niets van dit alles. Langzaam laat ik me de diepte in zakken in de hoop een fotogenieke brede ringsprietslak te vinden. Rond de 15 a 16 meter begint het zand en dit is diep genoeg voor vandaag. Ik ga weer langzaam richting de tien meter en kom nog een van de mooi begroeide rekken tegen. Zakpijpen blijven gewoon altijd mooi om te zien. Leuk is dat ik vandaag opvallend veel zeeappels tegenkom. Af en toe een (hooiwagen)krab. Verder wat kleine hermietkreeftjes, die mij wantrouwend aankijken. Ik zie nog wat mosdiertjes en probeer hier wat foto’s van te maken. Ik denk dat het een steencelpoliep is, maar ik vind dit soort dingen altijd heel moeilijk om uit elkaar te houden. Tot slot vind ik op twee meter diepte nog een keverslak. Toch nog een slak om op de foto te zetten. Als ik klaar ben, zie ik dat er 61 minuten op mijn computer staat en ik besluit direct naar de kant te zwemmen en eruit te gaan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *