Net als vorige week weer super lekker duikweer. Na het zoetwateravontuur weer terug bij de
vertrouwde Zeelandbrug. Het zit tegen springtij aan, dus het water staat lekker laag als we bij de
trap onder de brug te water gaan. Als het stof van het instappen is weggestroomd zie ik het
zicht optrekken naar meer dan drie meter, dat wordt heerlijk duiken. We gaan richting de pijlers.
Op een meter of vier zie ik al de eerste zeeabrikoos. Jeetje die verspreiden zich snel. Een stukje
verder zit een enorme vlokslak. Helaas zit hij met zijn rinoforen naar beneden, dus duiken we maar
door. Bij de pijler scharrelen we wat rond. De tubularia staat er weer heel fraai bij. Er schiet nog
tweemaal een donderpadje voorbij als we tussen de pijlers door gaan en de diepte opzoeken.
Het is duidelijk voorjaar en alles ziet er weer fris en fruitig uit. De Harlekijnslakkenplaag is nog
lang niet over. Plotseling hoor ik Mariëlle roepen. Wow, die is heel blij en zwaait heel enthousiast
met haar lamp. In drie slagen ben ik bij haar. Mariëlle wijst een ongevlekt koffieboontje aan. Wat
een mooi slakje. Schitterend, ik kijk nog even met mijn loep en dan kan Mariëlle haar gang gaan
met de foto’s. Na een paar minuten het ok teken en ons eerste koffieboontje is vastgelegd.
Rond de 12 meter scharrelen we over de vlakte. Erg mooi allemaal! We zien zeeabrikozen en
zeebessen al naast elkaar groeien. Een stukjes verder een slanke waaierslak. Persoonlijk
vind ik dit een van de mooiere slakken. Paar meter verder staat een Sponspootkrab ons aan te
kijken. Helaas gaat hij op een bijna onmogelijke plek zitten, zodat Mariëlle flink aan het tobben is
om het beestje vast te leggen. Eindelijk stopt ze en ik ben benieuwd wat ze ervan gemaakt heeft,
maar dat zie ik vanavond thuis wel. Langzaam weer wat ondieper en we gaan op de terugweg. Hier veel pauwkokerwormen en
paarse kokerwormen. Als we bij de sepiatentjes aan komen is het rif een stuk minder
mooi. Hier is het veel kaler en we zwemmen snel door. Mariëlle komt naar me toe en haakt de
camera aan mijn jacket vast. Een uur gedoken en ze gaat eruit. Ik knik en sein dat ik nog even
tussen de pijlers ga neuzen. Drie minuten later ben ik er en ik zie een bekende heel
geconcentreerd met de tubularia bezig. Een paar meter verder vind ik een brede ringsprietslak en
kan ik zelf ook aan de slag. Na een zestal foto’s buigt de slak naar beneden met zijn kop achter
een oester. Jammer en ik duik weer verder. Tussen de pijlers vind ik nog een afgekloven bosje
tubularia. Met de loep ga ik op zoek en yes ik vind eindelijk weer eens een gymnota. Dat is
alweer een tijdje terug. Het slakje is klein en ik heb de grootste moeite om hem door de zoeker
te vinden en de snoot te richten. Uiteindelijk maar zonder de snoot, want ik wil het beestje vast
kunnen leggen. De manometer staat heel diep in de reserve. Het is maar vier meter, maar veel
langer moet het natuurlijk niet gaan duren. Nog een klik en zoef naar de trap en er uit. Mariëlle
staat me bij de auto als enthousiast op te wachten. Mooie duik he, volgende week weer?