Krabbenkreek, Sint Annaland

Minimaal of maximaal anderhalve meter? Door de corona-crisis hebben we al heel lang niet in het water gelegen en zijn we van visjes kijken overgeschakeld op vogelen. We hebben wat af gewandeld en inmiddels al heel wat vogels gespot. De drang naar duiken is geheel verdwenen en echt gemist hebben we het niet. Sinds een paar weken mag er weer gedoken worden en ligt er sinds 11 mei een13-paginalang protocol ‘Onderwatersport in de 1,5 meter samenleving’. Ik ben aan het stuk begonnen, maar als je zoals wij doordeweeks duikt op rustige duikstekken, dan is het allemaal niet zo spannend. Tevens twijfel ik of het dwars parkeren op de vakken niet een heleboel heibel gaat opleveren als het druk wordt. We nemen de woensdag voor Pinksteren vrij, zodat we zeker weten dat het rustig zal zijn. De vrijdag zou het best druk kunnen worden met al dat schitterende weer. We rijden via de Hellegatsplaten naar Sint Annaland. We gaan onze nieuwe hobby gewoon combineren met de oude. Na twee uur vogelen komen we aan in Sint Annaland. De parkeerplaats bij de haven is helemaal vol. Ai, ai, dat is spijtig. We rijden snel door naar de parkeerplaats op de punt. Daar is het heel rustig. Er staat een corona-waarschuwingsbord, maar we hebben het rijk alleen, dus geen problemen. Half uur later laten we ons onder zakken. Het zicht houdt niet over. Ik denk dat we maximaal anderhalve meter hebben. Boven water dus minimaal anderhalve meter aanhouden en onderwater maximaal anderhalve meter, anders zijn we elkaar zo verloren. We zitten na de kentering en driften langzaam terug naar het strand. Het is geen bijzondere duik. De sponzen zijn mooi, maar heel erg stoffig. We komen heel veel eiersnoeren van de millenniumwratslakken tegen en vinden ook een paar enorme exemplaren. Helaas lukt het me niet om hier een mooi plaatje van te maken. Mariëlle wijst me op een mooi exemplaar van een bruine plooislak. Het slakje zit mooi rechtop en gaat er goed voor zitten. Ik doe mijn best en maak er een mooi plaatje van. Verder diverse soorten grondels, wat kreeften en krabben en het valt ons op dat de paarse kokerworm hier inmiddels ook heel goed vertegenwoordigd is. Het is heel leuk om weer onder water te zijn, maar stiekem denk ik aan de vogeltjes. Ik doe nog even mijn best om een zeeappel vast te leggen, maar echt gemotiveerd ben ik ook niet. Richting het strand wordt het voor mijn gevoel steeds troebeler. Na 70 minuten zijn we in de baai en als we boven komen blijkt dat het strand helemaal vol ligt met badgasten. Of de anderhalve meter hier netjes nageleefd wordt, daar ga ik me niet over uitlaten. Wij klimmen diagonaal terug de dijk op en via het fietspad lopen we weer naar de auto. Tijdens het omkleden zijn we weer helemaal alleen. Bijzonder hoe het binnen een paar honderd meter zo kan verschillen. We pakken snel de verrekijker en gaan nog even vogelen langs de slikken van de Krabbenkreek. Een mooie torenvalk vliegt gedurende een 10-tal minuten met ons mee. Helaas niet veel soorten vogels op de slikken. Wel talloze zilvermeeuwen van verschillende leeftijden en kokmeeuwen. In de verte nog een stel bergeenden en scholeksters, maar deze zijn te ver voor onze camera. Al met al een heerlijk dagje Zeeland en we zijn het er over eens dat we vogelen en duiken nog vaker gaan combineren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *